Groenbemesters en drachtplanten
Groenbemesting is het telen van een gewas ten behoeve van de organische stofvoorziening van de grond. Het gewas wordt niet geoogst maar in zijn geheel ondergewerkt of gecomposteerd. WAAROM GROENBEMESTING Door het onderwerken van de plantenmassa wordt de bodemstructuur verbeterd, het bodemleven geactiveerd en het humusgehalte verhoogd. Een groenbemester houdt bovendien de bodem bedekt, wat verstuiven of dichtslaan van de grond kan voorkomen. Op kale onbeteelde gronden spoelen veel voedingstoffen uit omdat er geen gewas is dat ze vasthoudt. Een groenbemester neemt deze voedingstoffen op waardoor ze behouden blijven. Een vlinderbloemige als groenbemester voorziet de grond bovendien van extra stikstof. Op de wortels van de vlinderbloemigen leven namelijk bacteriën die de stikstof uit de lucht kunnen binden. De bodem en de plant profiteren hiervan. Als laatste voordeel geldt dat de groenbemester bij een juist gebruik de groei van het onkruid onderdrukt. HET WERKEN MET GROENBEMESTING Een groenbemester wordt veelal alleen als nateelt geteeld. Na de groeiperiode wordt de groenbemester gemaaid. Hierna laat u de plantenmassa enkele dagen liggen. Vervolgens spit u de bestorven massa ondiep onder. U kunt het gewas ook uittrekken en composteren. Het maaien, spitten of uittrekken gebeurt op kleigrond meestal in het najaar, tegelijk met de organische bemesting. Op zandgronden kunnen deze bewerkingen ook in het voorjaar gebeuren.
Grootverpakkingen treft u aan onder de rubriek - LANDBOUWGEWASSEN
BLADRAMMENAS
Bladrammenas is een vorm van rammenas die niet of weinig knol draagt. Het gewas heeft een snelle beginontwikkeling. Afhankelijk van het ras bloeit het vroeg of laat. Een laatbloeiend ras komt bij stoppelzaai meestal niet meer in bloei. Bladrammenas is vrij kort waardoor ze gemakkelijk ondergeploegd kunnen worden. Door de snelle beginontwikkeling is bladrammenas ook bij late zaai een goede groenbemester.
BIOLOGISCH GETEELD ZAAD.
Het ras Anaconda combineert een dubbele resistentie; BCA2, M. chitwoodi en M. fallax (is daardoor multi-resistent) en een snelle beginontwikkeling. Dit ras bloeit midden-laat met witte bloemen. Dankzij de hoge begin ontwikkeling heeft het een groot potentieel om snel voldoende biomassa te vormen. Hierdoor kan dit ras nog laat worden gezaaid. Voldoet goed op alle grondsoorten. Zaaitijd is augustus half september. Zaaihoeveelheid: 200-250 gram per 100 m2. verpakking 75 gram / 35 m2
Terranova is een extra laat bloeiend ras met een vlotte beginontwikkeling en geeft een goede hergroei na maaien. Terranova is zowel resistent tegen het witte als het gele bietencysteaaltje (Heterodera schachtii en betae): Er is een reductie van aaltjes van 80-90% mogelijk. Ook is het resistent voor het (bedrieglijk) maïswortelknobbelaaltje (Meloidogyne chitwoodi en fallax).
Het aaltjesdodend effect is vergelijkbaar met volledig zwarte braak.
