Landbouwgewassen
In deze rubriek vind u naast granen ook gras- en klaverzaden.
DIVERSE LANDBOUWGEWASSEN
Voederbiet 'Zentauer Poly' (type Corona) is een kegelvormige groenkraag met een hoge opbrengst. Voederbiet behoort net als de suikerbiet tot de amarantenfamilie (Amaranthaceae) maar heeft een lager suikergehalte. Voederbieten zijn polyploïde rassen, dwz. dat uit een kluwenzaad, meer kiemen kunnen ontstaan.
'Zentauer Poly' is een middenhoog tot hoge biet met een hoog droge stofgehalte van 16%.
ongeveer 70 zaden per gram.
Snij- en korrelmais. Zaaien vanaf mei. Geschikt ook als windkering rond uw tuin. Alleen ontsmet leverbaar. verpakking ca. 300 korrels
Japanse haver ontwikkelt zich zeer snel, produceert veel organische stof, en is geen waardplant voor aaltjes die veel schade aanricht in de moestuin. Japanse haver kan nog tot oktober worden gezaaid, heeft een zeer snelle beginontwikkeling en een goed onderdrukkend vermogen tegen onkruiden. Geschikt voor alle grondsoorten. Kan lichte vorst verdragen, maar is niet winterhard. Zaaidosering 1 kilo voor ca. 100-120 m2
Gele erwten zijn voedererwten en worden zoals de naam al doet vermoeden gebruikt als veevoer. Voedererwten hebben en hoog rendement en zijn erg standvastig. Het gewas is een vroegbloeier en kent een gelijkmatige rijping. De voedererwten bevatten veel eiwitten en zijn in staat om stikstof aan zich te binden. Ook dus voor groenbemesting geschikt. Zaaihoeveelheid is ca. 60 kilo/hectare.
(100 gram - voor ca. 15 m2)
Soedangras, ook bekend als sorghum, is een warmte minnende graansoort. Het is GEEN gras, wat de naam doet vermoeden maar een graan soort die kan worden ingezet als groenbemester. Soedangras kan van mei tot augustus worden gezaaid en produceert dan zeer veel organische stof, indien de temperatuur voldoende hoog is. Doordat de plant 2 tot 3 meter hoog kan worden levert het veel organische stof voor in de bodem. Soedangras zorgt voor een structuur verbetering. Het gewas is in staat om ondergronds evenveel massa te maken als bovengronds. Vooral bij droge periodes is het noodzakelijk om niet te snel water te geven. Het gewas zal dan dieper in de bodem wortelen op zoek naar water. Bij vertering in de bodem komt blauwzuurgas vrij welke aaltjes tegen gaan. Tijdens de groei van Soedangras vind er een vermeerdering plaats van het aaltje Pratylenchus penetrans welke na onderwerken van het gewas weer snel gedood wordt.
Boekweit (Fagopyrum esculentum) is een plant uit de duizendknoopfamilie (Polygonaceae) die geteeld wordt voor zijn zaden, waar boekweitmeel van gemaakt wordt en als dekgewas.
Het is een eenjarige plant met een holle rechtopgaande, zich meermalen vertakkende, rode stengel. De bladeren zijn driehoekig tot hartvormig en bevinden zich verspreid op de knopen. Het wortelstelsel omvat een zich sterk vertakkende penwortel.
De bloei begint al in een jong stadium, soms al na zes weken, en gaat dan vijfentwintig tot dertig dagen door. De bloemen zijn in langstelige pluimen gegroepeerd, wit tot roze van kleur, en bevatten veel nectar. Op arme gronden bereikt boekweit een hoogte van 50 cm. Voordat de bloei ten einde is zijn er al rijpe vruchten.
Boekweit is een uitstekende, snel groeiende groenbemester die de bodem goed bedekt. Boekweit groeit goed op arme zand- en veengronden. Het groeit alleen minder goed op zware kleigronden. De bij vlinders geliefde plant kan goed tegen droogte maar heeft wel voldoende zonlicht nodig.
Het gewas gaat op natuurlijke manier onkruid tegen. De groenbemester onderdrukt en verteerd het snel, hierdoor verbeterd het de bodemstructuur en voert het organische stof aan.
De bernagie (Borago officinalis), ook vaak komkommerkruid genoemd, is een gemakkelijk herkenbare, ruwharige, eenjarige plant met blauwe bloemen. De plant wordt 45–90 cm hoog. De dikke stengels zijn vertakt en hol. De bladeren zijn 7–20 cm lang en puntig ovaal van vorm. De onderste bladeren zijn meer eirond en gesteeld, de bovenste meer langwerpig en stengelomvattend.
De plant behoort tot de ruwbladigenfamilie (Boraginaceae), en alle onderdelen van de plant (stengels, bladeren, en bloemknoppen) zijn dan ook bedekt met korte haren. Voor de bladeren geldt dit voor zowel boven- als onderzijde.
De bloeitijd valt vanaf mei of juni tot de herfst. De bloemen zijn felblauw met een wit hart, met fijne kroonblaadjes en zwarte helmknoppen. Een enkele maal kunnen de bloemen ook roze of wit zijn. De kelk is 0,5 tot 2 cm lang. De hangende bloemen staan in schichten aan het eind van de stengel. De kelkbladen zijn 0,5 tot 1,5 cm lang en puntig van vorm. De meeldraden zijn zo geordend dat er zich een kegel vormt. Bestuiving geschiedt door bijen en hommels.
Esparcette (Onobrychis viciifolia) is een ontzettend veelzijdige plant. Het is naast een prachtige plant ook een super goede groenbemester. Deze groenbemester heeft bodem verbeterende eigenschappen die het makkelijker maken voor een volggewas. De plant doet het dan ook vooral goed op een wat vochtigere en kalkrijke bodem. De plant heeft een symbiotische relatie met de Rhizobium bacterie, die ook vaak in organische meststoffen wordt toegevoegd. Deze nuttige bacterie helpt de plant stikstof uit de lucht vast te leggen in de bodem. En omdat de plant veel nectar aanmaakt, lokt deze ook veel vlinders en bijen.
Naast haar functie als groenbemester wordt deze plant ook ingezet als krachtvoer voor vrijwel alle grazers, maar vooral voor paarden. Esparcette heeft namelijk een zeer hoge voedingswaarde. Mede door de goed verteerbare eiwitten is dit een echt krachtvoer. Doordat esparcette looizuur bevat, wordt het darm klimaat van het paard minder aantrekkelijk. Het is dus niet alleen goed voor de voedingsbehoefte, maar ook goed voor de weerstand van jouw gezonde grazer.
Al met al is de esparcette een uitstekende groenbemester of voederplant. De plant is geschikt voor akkers, weides waar hooi gewonnen wordt of in weides waar beweid wordt. De plant is door haar vele voordelen een uitstekende kandidaat om de biodiversiteit van je akker of weide te verhogen. De plant bevordert het bodemleven door de symbiotische relatie met Rhizobium. Daarnaast is de plant erg aantrekkelijk voor veel nuttige insecten.
Zaaidosering: 1 kilo / 100 m2
Hennep (Cannabis sativa) is een tweehuizige, eenjarige plant (therofyt) die bloeit met groenachtige bloemen. De bladeren zijn lang gesteeld met vijf- tot negentallig lancetvormige slippen en zijn grof gezaagd. De plant wordt een tot vier meter hoog, afhankelijk van hoogte en/of klimaat.
Nuttige plantendelen:
Hennepzaad is eetbaar en voedzaam voor mensen en dieren. Het wordt onbewerkt gebruikt als vogelzaad onder de naam kempzaad. Vissers gebruiken het zaad als aas. Uit het zaad kan hennepzaadolie worden geperst.
De vezels van de bast zijn bijzonder sterk en lang en laten zich makkelijk van de plant losmaken zolang ze niet volledig zijn opgedroogd. Van de vezels wordt van oudsher touw gemaakt en er worden ook textiele stoffen van geweven.
Hennepplant bestaat voor ongeveer 60% uit houtachtige delen. Deze kunnen gebruikt worden als stro voor knaagdieren en paarden. Ook hebben ze een hoge verbrandingswaarde en weinig asvorming, waardoor ze een goed alternatief voor brandhout zijn.
Toepassing voor Hennep is zeer talrijk, zoals voor vezels, touw, strooisel en bodembedekking.
Sommigen kennen het als vlasdodder, het onkruid in de vlasteelt, anderen hebben er niet of nauwelijks van gehoord. Toch is huttentut – officieel: Camelina sativa – dankzij haar veelzijdigheid en rijke oliegehalte een gewas met potentie in Nederland.
Huttentut (Camelina sativa) is een oud gewas dat prima groeit op de schrale zandgrond. Huttentut levert waardevolle olie op, die qua smaak en samenstelling gezond is door omega 3-, 6- en 9-vetzuren en antioxidanten. De groei duurt ca. 100 dagen voor dat het gewas oogstbaar is.
Het gewas gebruikt minder water en heeft een kort groeiseizoen. Naast den olie levert het gewas veel vezels waar borstels en manden van worden gemaakt, ook als dakbedekking of als grondstof van de papierindustrie. De pulp is eiwitrijk diervoedsel. De bloemen bevatten veel nektar, waar vooral bijen en vlinders op vliegen.
Zaaitijd april-juni. Zaaidosering 1 kilo op 2000-2500 m2
Japanse Haver is een graangewas die specifiek wordt ingezet voor de bestrijding van aaltjes (Pratylenchus penetrans). Het gewas geeft een snelle grondbedekking en kan in een kort tijdbestek een grote hoeveelheid aan droge stof produceren. Door de snelle beginontwikkeling wordt onkruid effectief onderdrukt. Het gewas levert veel organische stof in de bodem door de intensieve beworteling. Japanse Haver is geschikt voor alle grondsoorten.
Zaaidosering: 800-1000 gram / 100 m2
Vlinderbloemig. Blauwe Lupine wordt voornamelijk op zandgrond verbouwd. Het gewas stelt weinig eisen aan de grond maar het heeft wel veel vocht nodig om te ontkiemen. Zaaitijd juli-augustus. Geschikt voor zand- en dalgronden, Grondbedekking goed met lang gewas. Sterk vorstgevoelig.
Lupinus augustifolius
Zaaidosering: 1 kilo -80-100 m2
Gele mosterd staat bekend als een uitstekende groenbemester. Eén van de meest onderscheidende eigenschappen van gele mosterd is dat je deze tot diep in de zomer kan zaaien gezaaid. Dit kan van augustus tot midden september. Dit is mogelijk omdat gele mosterd een snelgroeiende plant is die al snel zorgt voor een goede bodembedekking. De plant helpt dan ook mee aan het onderdrukken van onkruiden. In laboratoriumexperimenten is al uitgebreid aangetoond dat gele mosterd de kieming van onkruidzaailingen verstoren en onderdrukken. Mosterd is kruisbloemig.
Zaaispecificatie:
Hoogte: 80-100 cm
Zaaitijd: maart tot eind september
Zaaihoeveelheid: 20 kg/ha
Bijenplant en Drachtplant. Geschikt voor alle grondsoorten. Zaaitijd april - augustus. Voor drachtplanten en bestuivers vroeg zaaien. Bodembedekking zeer goed met middellang loof. Wel sterk vorstgevoelig. Zaaihoeveelheid voor bestuivers ca. 75 gram per 100 m2. Zaaihoeveelheid als groenbemester 100 gram / 100 m2.
Vlas (Linum usitatissimum) is een plant uit de vlasfamilie (Linaceae). Het is een gewas dat al lang verbouwd wordt. Er zijn blauwbloeiende en witbloeiende rassen. Daarnaast zijn er rassen met bruine zaden en rassen met gele zaden. De zaden van het vlas (lijnzaad) zijn ongeveer 5 mm lang. De rassen kunnen naar gebruik als volgt worden ingedeeld:
Vlas wordt al duizenden jaren geteeld voor linnen. Ook is vlas een belangrijke bron voor olie.
Vooral lijnzaadolie is bekend en kent vele toepassingen. De olie wordt dan uit de zaden gewonnen.
De bloemen van vlas bloeien prachtig wit of hemelsblauw tot licht paars.
Vlas heeft een minimum aan mest, bestrijdingsmiddelen en water nodig om te groeien. Bovendien kan elk deel van de plant gebruikt worden. Vlas is dus een erg duurzaam en natuurlijk product.
Het stro van vlas wordt ook gebruikt als ideale bodembedekking en onderdrukt onkruid goed.
Zaaitijd april - mei. Bloeitijd van juni tot in augustus.
Zaaidosering ca. 100 gram / 100 m2
Vicia sativa L. De voederwikke dankt zijn naam aan het feit dat de soort als voedergewas werd verbouwd. De plant groeit tot 1 m hoog en heeft een vrij stevige stengel. Het meer dan 5 mm brede, omgekeerd eironde tot langwerpige blad is even geveerd en heeft acht tot zestien blaadjes. Aan de top bevindt zich een al dan niet vertakte rank. De steunblaadjes kunnen getand zijn en zijn voorzien van een donkere vlek. De voederwikke bloeit met alleenstaande, kortgesteelde bloemen of met één of twee paar bloemen in de bladoksels. De bloeiperiode loopt van mei tot juli (soms tot september). De vlag van de bloem is blauwpaars en de zwaarden zijn donkerpaars. De bloem is 1,8-3 cm lang. Alle kelktanden zijn even lang of iets langer dan de kelkbuis. De bloemen zijn aantrekkelijk voor bijen en vlinders. Het groeit heel makkelijk. Het is een leuk soort voor in de wilde tuin of om de grond op natuurlijke wijze te bemesten. Wikke klimt bij andere planten omhoog.
Zaaidosering: 1 kilo / 100 2
Zaaitijd april-mei.
Bloeitijd juni - augustus.
Sterk vorst gevoelig.
fagopyrum esculentum
De bernagie (Borago officinalis), ook vaak komkommerkruid genoemd, is een gemakkelijk herkenbare, ruwharige, eenjarige plant met blauwe bloemen. De plant wordt 45–90 cm hoog. De dikke stengels zijn vertakt en hol. De bladeren zijn 7–20 cm lang en puntig ovaal van vorm. De onderste bladeren zijn meer eirond en gesteeld, de bovenste meer langwerpig en stengelomvattend.
De plant behoort tot de ruwbladigenfamilie (Boraginaceae), en alle onderdelen van de plant (stengels, bladeren, en bloemknoppen) zijn dan ook bedekt met korte haren. Voor de bladeren geldt dit voor zowel boven- als onderzijde.
De bloeitijd valt vanaf mei of juni tot de herfst. De bloemen zijn felblauw met een wit hart, met fijne kroonblaadjes en zwarte helmknoppen. Een enkele maal kunnen de bloemen ook roze of wit zijn. De kelk is 0,5 tot 2 cm lang. De hangende bloemen staan in schichten aan het eind van de stengel. De kelkbladen zijn 0,5 tot 1,5 cm lang en puntig van vorm. De meeldraden zijn zo geordend dat er zich een kegel vormt. Bestuiving geschiedt door bijen en hommels.
Japanse Haver is een graangewas die specifiek wordt ingezet voor de bestrijding van aaltjes (Pratylenchus penetrans). Het gewas geeft een snelle grondbedekking en kan in een kort tijdbestek een grote hoeveelheid aan droge stof produceren. Door de snelle beginontwikkeling wordt onkruid effectief onderdrukt. Het gewas levert veel organische stof in de bodem door de intensieve beworteling. Japanse Haver is geschikt voor alle grondsoorten.
Zaaidosering: 800-1000 gram / 100 m2
Gele mosterd staat bekend als een uitstekende groenbemester. Eén van de meest onderscheidende eigenschappen van gele mosterd is dat je deze tot diep in de zomer kan zaaien gezaaid. Dit kan van augustus tot midden september. Dit is mogelijk omdat gele mosterd een snelgroeiende plant is die al snel zorgt voor een goede bodembedekking. De plant helpt dan ook mee aan het onderdrukken van onkruiden. In laboratoriumexperimenten is al uitgebreid aangetoond dat gele mosterd de kieming van onkruidzaailingen verstoren en onderdrukken. Mosterd is kruisbloemig.
Zaaispecificatie:
Hoogte: 80-100 cm
Zaaitijd: maart tot eind september
Zaaihoeveelheid: 20 kg/ha
Bijenplant en Drachtplant. Geschikt voor alle grondsoorten. Zaaitijd april - augustus. Voor drachtplanten en bestuivers vroeg zaaien. Bodembedekking zeer goed met middellang loof. Wel sterk vorstgevoelig. Zaaihoeveelheid voor bestuivers ca. 75 gram per 100 m2. Zaaihoeveelheid als groenbemester 100 gram / 100 m2.
Vicia sativa L. De voederwikke dankt zijn naam aan het feit dat de soort als voedergewas werd verbouwd. De plant groeit tot 1 m hoog en heeft een vrij stevige stengel. Het meer dan 5 mm brede, omgekeerd eironde tot langwerpige blad is even geveerd en heeft acht tot zestien blaadjes. Aan de top bevindt zich een al dan niet vertakte rank. De steunblaadjes kunnen getand zijn en zijn voorzien van een donkere vlek. De voederwikke bloeit met alleenstaande, kortgesteelde bloemen of met één of twee paar bloemen in de bladoksels. De bloeiperiode loopt van mei tot juli (soms tot september). De vlag van de bloem is blauwpaars en de zwaarden zijn donkerpaars. De bloem is 1,8-3 cm lang. Alle kelktanden zijn even lang of iets langer dan de kelkbuis. De bloemen zijn aantrekkelijk voor bijen en vlinders. Het groeit heel makkelijk. Het is een leuk soort voor in de wilde tuin of om de grond op natuurlijke wijze te bemesten. Wikke klimt bij andere planten omhoog.
Zaaidosering: 1 kilo / 100 2
Zaaitijd april-mei.
Bloeitijd juni - augustus.
Sterk vorst gevoelig.
